maandag 3 oktober 2011
Stem op Kip en Ei!
zondag 2 oktober 2011
Homeros, rappers en Zumba
Werk en privé gescheiden houden is moeilijk in het onderwijs. Bij mij komt het er in de praktijk op neer dat ik mijn privé-leven aardig buiten school houd, maar mijn werk altijd mee naar huis neem. Dat eerste vind ik wel lekker: als ik me rot voel, kan ik echt met de tranen achter mijn ogen de school binnenlopen, maar zodra de eerste leerling over de drempel stapt, vergeet ik mijn leven en zo kan ik dan pas halverwege de weg naar huis me weer realiseren dat ik niet zo vrolijk was. Dat tweede is uiteraard niet altijd relaxed. Gelukkig houd ik van mijn werk en bovendien ben ik het gewend, dus ik zit er meestal niet zo mee.
De tweede component van mijn beroepsdeformatie zit hem in het feit dat ik een vakidioot ben op het gebied van de klassieken. Dat uit zich er bijvoorbeeld in dat mijn vakanties meestal intensieve studiereizen vol musea en opgravingen zijn, waarna ik terugkom met aankleding voor mijn lokaal en verhalen voor in mijn lessen die beginnen met: 'Ik ben er geweest...'. Doet het altijd goed. Het betekent ook dat mijn huis vol klassieke dingetjes staat en dat ik een bibliotheek aan vakliteratuur verzamel die nu al niet meer echt in de boekenkast past en daarnaast een immer groeiende collectie leesboeken met klassiek thema heb.
Soms gaat deze obsessie met de klassieken wel wat ver. Zo liep ik van de zomer (overigens met mijn vakcollega, die daar toevallig ook was), door Central Park in New York en zag een rapper die al improviserend zat te rappen. Een normaal mens zou denken: 'goh, leuk', ik zag ineens een link met de orale poëzie van Homeros, die eeuwenlang door rondtrekkende, improviserende dichters werd voorgedragen, én daarmee gelijk een lesidee.
En soms, heel soms, gaat die vakidioterie zelfs mijzelf een tikje te ver. In de Zumba-les geef ik mezelf vaak opdrachten, om doelgericht te werken aan mijn danspasjes (juist, ik bejuf ook mezelf). Zo let ik bijvoorbeeld op mijn armen, of op de overgangen tussen verschillende bewegingen. Afgelopen week besloot ik te letten op de snelheid van bewegingen: smeer je de beweging gelijkmatig uit over de hele tel of maak je hem kort en fel?
Nu had ik vorig weekend aan de Lek gezeten met een boek over de verteltechnieken van Homeros en toen dat eenmaal boven was gekomen (de termen versnelling en vertraging schoten door mijn hoofd), bleef ik links zien: vaste formules in de poëzie en terugkerende pasjes in de dans, variaties daarin, primair en secundair publiek, vertellers en dansers als vertolkers van het verhaal... Zucht. Uiteindelijk leverde het wel wat op: ik ontdekte rustpunten in de dansen en werkte daar aan, maar een beetje zorgelijk vond ik het wel.
Daarom besloot ik vandaag op de maandelijkse Zumba Party een wat minder intellectueel thema te nemen: ik koos in iedere dans een pasje dat ik extra energiek danste. En dacht daarbij toch heel even: energie is een Grieks woord...
vrijdag 30 september 2011
Herfstoorbellen
woensdag 28 september 2011
Stom maar leuk
Ken je dat? Dat je weet dat iets eigenlijk best stom is, maar dat je t toch leuk vindt? Als het over een man gaat, kun je dan nog de schuld geven aan je hormonen of je hart, maar ik heb het ook vaak genoeg met dingen waar ik wel een rationeel oordeel over zou moeten kunnen vellen.
Flutromannetjes bijvoorbeeld. Die mannen doen vaak dingen waar ik razend om zou worden en die vrouwen doen dingen die ik mezelf nooit zou vergeten en dat alles kun je na 3 pagina's al voorspellen, maar ik lees ze toch.
Een andere bizarre voorkeur die ik niet kan verantwoorden is een voorliefde voor liedjes waarin de artiesten hun eigen naam zingen. Dat zou geen aanbeveling moeten zijn, maar toch is er een aardige rits te noemen in deze categorie. En niet dat t toeval is, het stukje dat ze de naam zingen vind ik dan ook juist leuk: Rampeneren (Ali -what?-, Yes-R, Partysquad), El Cepillo (Fulanito), Don't wanna go home (Jason Derulo), Sazon (Oro Solido - de naam is weg in de Zumba-versie, en die mis ik dus ook echt dan...), Get Down (it's the Fun Factory with the BSB...), No Diggity (fade to Blackstreet) en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Waar vallen jullie tegen beter weten in op?
donderdag 22 september 2011
Alle kleuren van de regenboog
Mijn computer weigert dienst, maar dan is er nog een telefoon! Ben benieuwd hoe dat werkt...
Ik had het al aangekondigd: ik bleef nog even in regenboogthema. Het garen bleek meer dan ik dacht, en zo kwamen er zelfs twee kindermutsjes! Ik heb nog steeds geen model dat die past, maar Wiebelstaartje is de beroerdste niet en poseerde gewillig, samen met Irini.
Het wat rondere meisjesmutsje met bloemetjes heet 'Love', het rechtere jongensmodel heet 'Peace'.
zaterdag 17 september 2011
Eindelijk een regenboogschildpad!
Ook als het om haken gaat, kom ik altijd tijd te kort, of om het positiever te verwoorden: heb ik altijd ideeën te veel. Ik verzin nu eenmaal veel sneller dan ik haak, en ik haak veel minder dan ik zou willen. Vandaar dat er al een jaar een idee lag voor een regenboogschildpad. De laatste tijd heb ik op de fiets van school naar huis meerdere regenbogen gezien, en zo kwam het idee weer boven. De naam voor deze creatie was er ook al: Irini. Al mijn schildpadjes hebben namelijk een Griekse naam (beroepsdeformatie) en Irini betekent vrede, wat natuurlijk prachtig past bij een regenboog.
Vandaag maakte ik haar af, en de timing is perfect: het is de week van de vrede! Dus terwijl anderen vlaggen met de 'Pace' vlag in regenboogkleuren, doe ik mee met Irini. En het volgende regenboogproject is al in de maak: dat is waar ze op zit. Fijne vredesweek!
zondag 11 september 2011
Gehaakte collega
Gelukkig mag ik altijd op pad met een collega met wie ik een superteam (al zeggen we het zelf) vorm. Na 3 jaar samenwerken zijn we aardig op elkaar ingespeeld. In Rome loopt hij altijd voorop en doet de route, ik loop achteraan en houd de groep bij elkaar. Daarbij klaagden de leerlingen echter wel eens dat hij niet zo lang is en daardoor niet goed te zien. Vorig jaar werd het idee geopperd dat hij als een echte gids met iets herkenbaars op een stokje moest lopen. Een van de leerlingen kwam toen met het briljante idee dat ik een (POPPETJE) van hem moest maken. Ik hield er daarna een heel jaar bewust mijn mond over en kon hem afgelopen week op het vliegveld dus verrassen met een gehaakte versie van hemzelf.
Vervolgens had ik 5 dagen lang het genoegen eens met eigen ogen te aanschouwen dat mijn creatie in zeer goede handen is bij zijn nieuwe eigenaar. Als het (POPPETJE) niet in dienst was bovenop zijn stokje, mocht hij vanuit zijn broekzak Rome bekijken, met een regelmatige aai over zijn bolletje.
Ook de leerlingen waren fan (slechts een meisje voelde zich enigszins voor schut) en al snel had (POPPETJE) een eigen karakter en een eigen plek in de groep. Hij bekeek alle monumenten aandachtig, hield de groep nauwlettend in de gaten vanuit zijn hoge positie en kreeg zelfs eten aangeboden in het restaurant. Al snel bleek ook dat hij net zo van cola houdt als zijn grote vriend.
Hij krijgt een hoofdrol in het filmpje van de reis en ook op de fotoposter, die ik altijd maak voor in het lokaal, zal hij zeker een plekje krijgen. En mocht ik me nog gaan vervelen, dan heb ik nu zeker 10 leerlingen die ook een mini-versie van zichzelf willen...